‘Ingenieursbureau Boorsma: verzin een list!’
De architect maakte het ruimtelijk ontwerp voor de nieuwe dokhal, werkplaatsen en kantoren van De Vries Scheepsbouw Makkum. Ingenieursbureau Boorsma uit Drachten maakte het technisch ontwerp, en rekende uit of het technisch allemaal wel kón. Met een stevig verankerde dokvloer en een staalconstructie die geen moeite heeft met een flinke storm. “We bouwen voor honderd jaar.”
Reuzen
We noteren medio april 2019. De eerste twee dertig meter hoge, stalen spanten van de nieuwe dokhal van De Vries Scheepsbouw Makkum zijn zojuist geplaatst. Héél zorgvuldig, want er staat een straffe wind. Van een afstandje ogen ze slank en stoer. Van dichtbij blijken ze ieder een breedte te hebben van drie meter. In totaal komen er achttien van deze reuzen. Niet allemaal even dik trouwens, op verzoek van DVM. Met goede reden. Maar natuurlijk moest de constructie wel blijven kloppen…
Geen zorg
Boorsma-directeur Jan Wessels en projectleider Frank Terpstra zitten er ontspannen bij. Dat de recente plaatsing van de spanten voorspoedig verliep was voor hen geen verrassing. “De berekeningen kloppen, geen zorg.” Zij vertellen met plezier over het traject ervoor. De Vries had wensen die interessante puzzels opleverden voor het technisch ontwerp.
Asymmetrisch
De bouw van de hal in het water leverde de eerste technische puzzel op. De oplossing: een asymmetrische constructie. De gevel die in het water staat krijgt een onderbouw van stalen buispalen, elk met een diameter van 1.40 meter; diep in de zandlaag verankerd. Jan schetst: “Net als een windscherm op het strand kunnen ze een beetje meebewegen in de wind. Hun hoofdfunctie is waterkering. En natuurlijk ondersteunen van het dak.” Aan landzijde is het een heel ander verhaal. Daar zorgen zware betonnen funderingen van 11 x 6 x 3 meter voor de verankering van de spanten. Deze houden de wind tegen, tot stormkracht 12. “Met nog een extra marge daar bovenop.” In de hal kan bovendien 4 x 40 ton gehesen worden.
Maar daarmee was de kous nog niet af.
Keuzes
Keuzes, keuzes… wie weet wat – ook in de toekomst – de beste indeling is voor de werkplaatsen of de bordessen vanwaar aan het jacht wordt gewerkt? Elk jacht is immers anders. De directie wikt en weegt. De voormannen denken mee. Sommige dingen staan vast. Zo moeten de gestapelde bordessen in de lengte en breedte zo ruim mogelijk zijn. En is het belangrijk dat de hal stofvrij blijft. Boorsma: verzin een list!
Pure winst
“Aanvankelijk stelden we samengestelde spanten voor,” zegt Frank. “Dat zou de kosten drukken. Maar de directie had een andere voorkeur; gladde spanten moesten het worden. Uit één stuk en daardoor stofvrij. Goed nieuws,” weet hij inmiddels, “voor de schilders.” Maximale werkruimte op de bordessen creëren we door te variëren in de dikte van de spanten, die elke 7,2 meter worden geplaatst. “Om en om komt er één met een diameter van 3 meter en één van 1,5 meter. In de drukte rondom het jacht is die extra ruimte straks pure winst.”
Veranderbaar
Maar als je straks nou ergens anders kraanbanen nodig hebt. Of een langer bordes? Jan knikt: “De hal moet veranderbare werkruimtes en platforms hebben. Dat kan door de fundering daar alvast overal geschikt voor te maken. Afhankelijk van het jacht dat binnen komt, kun je de bordessen anders opbouwen. Perfect functioneel.” Dat geldt ook voor de werkplaatsen, die modulair worden gebouwd. “Kolommen staan in een grid van 9 x 12 meter. Zo kun je in elk vak kraanbanen aanbrengen.”
Dokdeur
Het laatste stuk engineering van Boorsma zit in de enorme dokdeur van 23 meter breed en 8,4 meter hoog. Hij wordt 1.75 meter dik met drijvende elementen erin; die zorgen voor evenwicht. Ook is hij goed geïsoleerd. Dat moet dan weer om een zo constant mogelijke temperatuur en luchtvochtigheid in de hal te behouden. Het wordt er één die – heel langzaam – naar opzij opendraait. Jan lacht: “Dat zou bij wijze van spreken met een handlier kunnen; zo soepel gaat het mechaniek. De mensen van De Vries hebben erbij meegedacht. Tenslotte hebben ze volop ervaring met deuren in schepen.” Naar verwachting wordt hij in augustus geplaatst.
Erfgoed
Boorsma volgt de bouw van de hal op de voet om steeds te kunnen constateren dat ‘alles klopt’. “Als er iets zou afwijken, dan zijn wij de eersten die dat signaleren,” verzekert Jan Wessels. “Als het af is,” mijmert Frank, “zou je nu al kunnen zeggen dat de hal behoort tot Nederlands industrieel erfgoed. De constructie is bijzonder. En gebouwd voor zeker 100 jaar.”